Reputatie­management bezorgt CEO’s kopzorgen

Reputatie­management bezorgt CEO’s kopzorgen

Wereldwijd vrezen topmanagers de snelheid, vluchtigheid en ongrijpbaarheid van informatiestromen, zo blijkt uit de Global Risk Management Survey van AON. Reputatieschade staat met stip op 1 in de top tien van grootste risico’s. Gek genoeg wordt de asset reputatie in de praktijk van alledag echter nauwelijks besproken in board rooms.

Het probleem is dat bestuurders simpelweg niet weten hoe de reputatie van hun merk goed te managen. Normaal werk je als CEO het rijtje af: strategie bepalen, plan maken, uitvoering aansturen en verandering afdwingen. Helaas. Beeldvorming láát zich zo niet managen. Onder meer door het massale gebruik van social media is er een volstrekt gebrek aan controle over wat er wanneer en door wie over de organisatie gezegd wordt. Ook als het feitelijk onjuist is, nemen hele volksstammen het nog voor waar aan ook.

Moeilijk meetbaar in cijfers

De kernvraag is: hoe krijgen we weer grip op de zaak? Een eenduidig antwoord is er niet. Communicatie is geen exacte wetenschap, er is niet één gouden formule die leidt naar informatiebeheersing. Dit verklaart wellicht waarom de meeste bedrijven nog een dikke onvoldoende scoren voor reputatiemanagement. Men komt vaak niet verder dan: we moeten een goed verhaal hebben, met respect de dialoog aangaan en transparantie betrachten. Allemaal waar, maar er spreekt erg weinig urgentie uit.

Anders dan bijvoorbeeld marketing en sales is het bovendien moeilijk om de bijdrage van reputatiemanagement aan het bedrijfsresultaat in keiharde cijfers te vangen. Een goed imago is ontegenzeggelijk geld waard, maar onder aan de streep zie je dat niet direct herleidbaar terug. Dat verklaart ook waarom de communicatiedirecteur meestal niet in de board zit, en de commercieel directeur wel. Gevolg: reputatiemanagement is geen speerpunt in de bedrijfsstrategie en komt pas écht op de agenda als er een issue of, erger nog – zoals bij VW – een crisis is.

Voorbeeld aan politiek

De CEO die begrijpt dat aan businessdoelen direct reputatiedoelen gekoppeld moeten worden, zich hier persoonlijk aan committeert én toeziet op de naleving ervan gaat goede zaken doen. Politici weten dit al lang. Het mag dan uiteindelijk om de inhoud gaan, politieke partijen begrijpen heel goed dat de wijze waarop dat gedachtegoed op de kiezersmarkt wordt gebracht doorslaggevend is als het gaat om winst of verlies. Daarom doen politieke partijen voortdurend aan profilering. Themed messaging, agendasetting en voortdurende dialoog met stakeholders zijn daarin essentiële elementen. Niet zelden wordt de politiek geadviseerd zich te spiegelen aan het bedrijfsleven. In dit geval kunnen ondernemers echter nog heel veel van politici leren. In elk geval als het gaat om methoden en technieken.